Schilderkunst Michelangelo
Michelangelo Buonarotti kreeg zijn artistieke opleiding in Florence. Het culturele klimaat in deze stad vormde hem. Op veertienjarige leeftijd ging hij in de leer bij de schilder Domenico Ghirlandaio. Lorenzo de’Medici ontdekte het bijzondere talent van Michelangelo en stelde hem rond 1489 in de gelegenheid te werken aan zijn hof. Hij ontmoette daar allerlei invloedrijke figuren, waaronder de latere Medicipausen Leo X en Clemens VII, maar ook wijsgeren, dichters en geleerden. Nadat Lorenzo in 1492 stierf bleef Michelangelo nog enkele maanden werkzaam aan het Medici hof.

Mannelijke naakten,tekening,1530, Louvre in Parijs
Michelangelo was een uitermate getalenteerde en invloedrijke schilder, schetser en tekenaar. De beeldhouwkunst waardeerde hij echter in hogere mate. Zijn geschilderde mensenfiguren tonen daarom gelijkenissen met sculpturen. Hij meende namelijk dat de tweedimensionale kunst een voorbeeld moest nemen aan de beeldhouwkunst.
Michelangelo bracht zijn tijd liever beeldhouwend door dan schilderend en hij was ook architect. Daardoor liet hij het penseel soms gedurende jaren liggen. Toch was hij in staat schilderijen te maken met een enorme impact op de westerse schilderkunst. Zijn heroïsche weergave van mensen, de enorme plasticiteit van zijn figuren, de schijnarchitectuur van het Sixtijnse gewelf en zijn excentrieke Laatste Oordeel hebben talrijke generaties schilders geïnspireerd.

Heilige Familie met de jonge Johannes (Tondo Doni), 1503-1504, paneel, Galleria degli Uffizi in Florence
In het eerste decennium van de zestiende eeuw was Michelangelo herhaaldelijk actief als schilder. Hij schilderde net als Da Vinci verloren gegane decoraties voor Palazzo Vecchio. Uit die tijd stamt De Heilige Familie met de jonge Johannes (Tondo Doni, 1503-1504). Het betreft zijn enige bewaard gebleven en volledig voltooide paneelschildering.

Gedeelte uit het gewelf van de Sixtijnse kapel
De frescocyclussen in de Sixtijnse kapel werden onder druk van de opdrachtverstrekkende pauzen uitgevoerd. Aan het eerste project, het plafond en de bovenste delen van de muren van het Sixtijnse plafond, begon hij in 1508 in opdracht van paus Julius II. De slopende werkzaamheden aan dit meesterwerk werden in 1512 afgerond. Michelangelo liet daaropvolgend het penseel gedurende lange tijd liggen. Veel later, tussen 1534 en 1541, schilderde hij het Laatste Oordeel boven het altaar van de Sixtijnse kapel op verzoek van Clemens VII. Ook vervaardigde hij nog twee fresco’s in het Vaticaanse paleis.

Het Laatste Oordeel
Michelangelo’s artistieke instelling veranderde door de reformatie, het Concilie van Trento (1545-1563) en het religieuze klimaat dat daardoor ontstond. Zijn kunstwerken werden onderwerp van discussie. Zelf leek hij ook enige afstand te nemen van zijn beeldende kunst. Gewijzigde religieuze opvattingen lagen daaraan ten grondslag. Gedurende de laatste dertig jaar van zijn leven werd Michelangelo veel minder actief als beeldend kunstenaar en zeer productief als architect.
|