Giovanni Lorenzo Bernini
(1589 Napels- 1680 Rome)
Bernini, één van de beroemdste kunstenaars van de zeventiende eeuw, beïnvloedde de beeldende kunst diepgaand. Hij was de grootste westerse beeldhouwer van zijn tijd, maar hij liet ook schitterende architectuur, virtuoze tekeningen en schilderijen na. De veelzijdige kunstenaar beschouwde zichzelf in de eerste plaats als beeldhouwer. Dit heeft hij gemeen met de kunstenaar die hem het meeste inspireerde, Michelangelo.
In de werkplaats van zijn vader, de schilder en beeldhouwer Pietro Bernini (1562-1629), genoot hij zijn opleiding. Als zestienjarige voerde hij al zelfstandig opdrachten uit. Aan het begin van zijn lange carrière maakte hij naam met mythologische groepen en portretbustes. Pluto en Proserpina ( 1621-1622) en Apollo en Daphne ( 1622-1625) behoren tot zijn hoogtepunten uit deze periode. Beide beelden zijn gehouwen uit marmer in opdracht van kardinaal Scipione Borghese. Deze opdrachtgever vereeuwigde hij in 1632 door middel van een schitterende marmeren buste.

Zelfportret als jonge man, circa 1623, Galleria Borghese, Rome
Bernini werkte bij voorkeur in brons en marmer. Hij slaagde er op overtuigende wijze in om in wit marmer echt vlees, haar en draperieën te suggereren. Hij onderscheidde zich niet alleen door zijn illusionistische beeldhouwstijl, maar ook door zijn technische virtuositeit. Haast alle werkzaamheden van Bernini kwamen in Rome tot stand. Een uitzondering vormde zijn werkbezoek aan Parijs in 1665. Hiertoe was hij uitgenodigd door koning Lodewijk XIV. Hij vervaardigde in Frankrijk een portretbuste van Lodewijk XIV en een later verworpen plan voor de façade van het Louvre.

Het baldakijn met daarachter de Troon van Sint Petrus
Bernini gaf in Rome leiding aan een zeer groot systematisch en doeltreffend georganiseerd atelier met veel assistenten. In die tijd zei men dan ook ‘werken in Rome is werken voor Bernini’. Gedurende een halve eeuw beheerste hij de kunstwereld ter plaatse. Waarschijnlijk heeft geen enkele andere kunstenaar een grotere bijdrage geleverd aan de hedendaagse aanblik van de stad. Tot zijn belangrijke Romeinse blikvangers behoren enkele fonteinen, de kerk van S. Andrea al Quirinale (1658-1670) en de colonnade rond het Sint-Pietersplein (1656-1667). Eveneens voerde hij diverse projecten in en nabij de Sint-Pieter uit, waaronder de Scala Regia (Koninklijke Trap, 1661) en het baldakijn
Hij werkte hoofdzakelijk in opdracht van opeen volgende pauzen (Urbanus VIII, Innocentius X, Alexander VII). Vooral onder Urbanus VIII leidde Bernini veel grote projecten. Innocentius X ontnam hem de belangrijke post van architect van de Sint-Pieter. Tijdens zijn pontificaat verrichtte Bernini relatief veel werk voor particuliere opdrachtgevers, met als hoogtepunt de vormgeving van de kapel van de familie Coronaro. Architectuur, sculptuur en schilderkunst werden in de kapel versmolten tot één geheel. Bernini behoorde tot de eerste die deze verschillende artistieke uitdrukkingsmogelijkheden versmolt.
Al tijdens zijn leven was Bernini beroemd. Hij werd daardoor in diverse biografieën door tijdgenoten beschreven. De biografen dekten elkaar niet volledig. De een hemelde hem op, andere beschreven een onaangename persoonlijkheid. Deze dualiteit is te verklaren. Bernini was geen makkelijke man en hij had een opvliegend karakter. Hij was echter wel sociaal handig en een inspirerende en innemende gesprekspartner
|